Interview

Geroepen om van Jezus te getuigen

Wim en Daniëlle de Visser
Wim en Daniëlle de Visser

Vrouwen en drank: daar draait het leven om, zo dacht Wim de Visser (40). God stelt hij uit tot hij genoeg gefeest heeft. Dan krijgt hij een ernstig ongeluk en ligt weken in coma. Nu evangeliseert de gewezen schuinsmarcheerder met een omgebouwde ambulance in verschillende steden.

Mailen met Wim de Visser is een bijzondere gewaarwording. Elke mail wordt positief beantwoord. ‘Dank voor je open agenda’ en ‘Wat leuk dat je met ons gezin mee wilt eten’. Voor Wim is dat de normaalste zaak van de wereld. ‘Ik vind dat zo, dus waarom zou ik niet zo opgewekt mailen?’ zo zegt hij later.
De boomlange dertiger heeft wat weg van Florens van der Spek, de voorman van Jezus Leeft! Bij de twee mannen lijkt een voortdurende lach op het gezicht bevroren te zijn. Op de vraag hoe dat kan, antwoordt De Visser met de bijbeltekst: ‘Wie naar Hem opzien, zullen stralen van vreugde.’

Samen met zijn vrouw Daniëlle en zoon Gideon woont de Visser in een doorsnee woning in Gorinchem. Ze bieden onderdak aan huisgenoot en medeprediker Gwan. Die besloot te luisteren naar de bijbeltekst ‘Heb schuld bij niemand.’ Daarop verkocht hij zijn (deels geleende) bezittingen, zoals huis en auto, en trok bij de familie De Visser in.
De woning is eenvoudig ingericht. Bij binnenkomst wordt je oog direct getrokken naar een metershoge poster ‘Volg Jezus.’

Daniëlle de Visser komt van oorsprong uit Limburg en groeide op in een katholiek gezin. Nu is het echtpaar aangesloten bij de gemeente van Joop van Ooijen.

Daniëlle en Wim geven hun zoon Gideon thuisonderwijs. Een serieuze zaak vinden ze: ‘Het is een wettelijk recht wat voor iedereen mogelijk is.’ Toch wordt die toestemming niet snel gegeven. Wim nam daarom een advocaat in de arm en kreeg vrijstelling. Daniëlle geeft drie dagen les, Wim twee. ‘Stel,’  zegt Wim, ‘je leent je laptop uit aan mij en ik leen die weer aan iemand anders uit, dan ga ik toch niet zorgvuldig met jouw bezittingen om? Daarom lenen wij ons kind ook niet uit aan anderen en genieten van alle tijd met hem.’

Jeugd zonder Jezus

De Visser groeit op in Kockengen in een gezin van negen kinderen. Zondags kerken ze in de Nederlands Hervormde Kerk. Zijn ouders waren diepgelovig, herinnert Wim zich: ‘Als mijn ouders iets kwijt raakten, gingen we op onze knieën voor het bed. We vonden het dan weer terug.’
Zelf had Wim niet zoveel met het geloof: ‘Ik ging wel mee naar de kerk, maar dat deed ik om geen schuldgevoel te krijgen. Ook wilde ik thuis geen ruzie met mijn ouders.’
Maar daar komt verandering in. ‘Toen ik een jaar of zeventien was, kwam er een jongen naar me toe. Hij zei: “Je moet eens een keuze maken voor Jezus.” Ik zei: “Ja joh, dat doe ik wel als ik ouder ben, dertig ofzo. Maar die jongen schrok en zei: “Wie zegt dat je zo oud wordt?”

In de weekenden gaat Wim erop uit met zijn vrienden. Wat ze zoal doen? ‘Veel zuipen en gekke dingen doen met vrouwen.’ Tijdens één van die zaterdagen trekt Wim de deur van een keet open en ziet de jongen die hem eerder aanspoorde om voor Jezus te kiezen. Die kijkt hem stralend aan en zegt: “Jezus houdt van jou!”

Het wilde leven van Wim ontgaat zijn ouders niet. Ze spreken hem aan: ‘Je kunt niet van twee walletjes eten,’ zeggen ze. En: ‘Je moet kiezen, tussen het leven of de dood.’ Daar heeft Wim een weerwoord op: ‘Ik zei: “Als feestvieren voor jullie bij de dood hoort, dan kies ik wel voor de dood.”
Kort erna staat er een feest in een schuur op de planning. ‘Mijn ouders warener faliekant op tegen, maar dat deed me niets.’ Net voor zijn vertrek lezen zijn ouders na het eten psalm 41, herinnert De Visser zich. ‘Daar staat onder meer: “De HEERE zal hem ondersteunen op het ziekbed; in zijn krankheid verandert Gij zijn ganse leger.”

Ontmoeting met de dood

Die avond wordt Wim geschept door een dronken automobilist. De Visser slaat meer dan twintig meter door de lucht. Eén long klapt in en één van zijn benen breekt in drieën. Met de ambulance wordt hij naar het AMC in Amsterdam gebracht. Daar raakt hij in coma.
Familie en mensen uit zijn kerkelijke gemeente beginnen te bidden. Wim herinnert zich weinig van de coma. Toch maakt hij iets bijzonders mee, vertelt hij ‘In de coma besefte ik dat ik op weg was naar de hel omdat ik God niet kende. Dat was zoiets ontzettends. Ik zei: “God, geef me een kans om mijn leven over te doen en dan zal ik alle mensen vertellen wat er gebeurt als je U niet kent.”
Tijdens de periode van de coma zit ook de zus van Wim naast zijn bed. Ineens gaan allerlei alarmbellen rinkelen. Wim ziet er angstig uit. Zijn zus waarschuwt de doktoren: ‘Hebben jullie hem misschien een verkeerd middel gegeven?’ Maar dat blijkt niet zo te zijn. Terugkijkend vraagt Wim zich af of dit het moment was dat hij die droom kreeg.

Onverwachts ontwaakt De Visser na achtenhalve week. Hij kan niet lopen of praten, maar begrijpt wel wat er om hem heen gebeurt. ‘Ik verviel al snel in mijn vroegere gedrag. Als mijn ouders op bezoek kwamen, draaide ik christelijke muziek. Maar bezochten m’n vrienden me, dan ging de housemuziek aan. Ik maakte een keer een raar gebaar toen ik zag hoe een meisje in een korte rok de trap opliep. Mijn vrienden lachten: “Ha,” zeiden ze: “Wim kan niet lopen of praten, maar verder is hij gewoon de oude.”

Dan volgt een nacht waarop de slaap niet wil komen. ‘Mijn leven trok aan me voorbij. Ik dacht aan de slechte dingen die ik gedaan had. Ik herinnerde me wat ik in de coma meemaakte en wat ik tegen God gezegd had. Aan het dubbele leven wat ik toch weer doorgezet had. Ik kreeg zo’n afkeer van mezelf. Toen was daar ineens Gods liefde – zonder één zandkorrel oordeel. Hij zei: “Wim, voor wie ga je nu verder leven? Voor Mij, Degene die jou genezen heeft? Of voor de wereld van je vrienden?” Ik heb toen gezegd: “God, ik wil voor U gaan.”


Verandering
De dag erna komen de vrienden weer op bezoek. Wim is bang dat hij weer terug zal vallen en gebaart naar pen en papier. Haastig krabbelt hij op een blaadje: ‘Bekeerd.’ De ene vriend reageert boos, de ander verdrietig. Later hoort Wim dat ze tegen elkaar gezegd hebben: “Of hij nu dood was, of bekeerd, we zijn hem allebei kwijt”.
Wim krijgt bezoek uit de Volle Evangelie Gemeente uit Kockengen. Zij bidden met hem het zondaarsgebed en drukken hem Romeinen 10 op het hart: “Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.”
Dit kent de pasbekeerde niet. Bij hem in de kerk ziet een bekering er anders uit: “Het moest eruit zien als een Paulus bekering, terwijl in deze gemeente de houding veel meer was Gefeliciteerd, je bent nu een kind van God geworden.” Dat was zo’n bevrijding voor mij! Je mag het aannemen en zeggen: “God heeft betaalt voor mij! Amen, bedankt. Nu ben ik een vrij man en verlost van mijn zonden. Niet omdat ik mezelf verlost heb, maar omdat Hij het gedaan heeft.” Bij thuiskomst, laat De Visser zich dopen en wordt hij lid bij de Volle Evangelie Gemeente.


Getuige

Inmiddels woont De Visser met zijn gezin in Gorinchem. Doordeweeks evangeliseert hij met de omgebouwde ambulance van Joop van Ooijen of met een stadsbus van stichting ‘Naar House’. Samen met het Markus-evangelie deelt hij ook een uitlegplaat en zijn contactgegevens uit.


Wim getuigt alleen van Jezus. Een tijd terug hield hij zich bezig met coronacijfers en wat daarachter schuilging, maar dat beviel hem niet: ‘Mijn geloof zakte in één keer in elkaar. Dat is ook logisch, want we moeten ons op Jezus richten. Sommige mensen gebruiken de Bijbel als een soort horoscoopboek om te volgen wat er in de toekomst zal gebeuren. Ik ben daar erg op tegen. Als Paulus naar Jeruzalem reist, weet hij: ik moet daar zijn. Maar, voor hij vertrekt, komt de een na de ander naar hem toe. Zelfs tot een profeet toe, die zijn handen bindt met een riem en zegt: “Zo zal het gaan met de eigenaar van deze riem.” En dan zegt Paulus: “Kap ermee, jullie maken mijn hart week. Ik ben bereid om niet alleen gevangen genomen te worden, maar ook om te sterven.”
De Visser vermoedt een duivels plan achter het eindeloos bezig zijn met de eindtijd: ‘Het mooiste wat de duivel in onze hart kan bewerken, is angst. Ik teken ervoor als ik voor het Evangelie gedood zal worden. Ik was een zondaar en Jezus stierf voor mij. Hoeveel te meer zal ik mijn leven geven voor een goed Mens als Hij Zijn leven gaf voor een slecht mens? Maar tot die tijd zal ik zoveel mogelijk van Jezus getuigen.’

Waardeer dit artikel!

Totaal: € -

Geef een reactie