Reportage

Dienen, en niet alleen op zondag

Tekst & beeld Hendrina de Graaf

Als armoede een gezicht heeft, hoe ziet dat er dan uit? In de Amsterdamse wijk ‘Bijlmer’ is zijn grauwe aanblik dagelijks te zien in de mensen langs de straat. Bij het Leger des Heils vinden ze aandacht, warmte en eten.

In de wijk Bijlmer leven zo’n 150 nationaliteiten door elkaar. Hoewel het er armoe troef is, zijn er ook talloze kerken. Bij het station torent een grote moskee. In de winkelstraat roepen schreeuwende letters om aandacht: ‘De goedkoopste van Nederland!’. Tussen de winkels zit op een hoek een buurthuiskamer van het Leger des Heils. In het pand stroomt het daglicht rijkelijk naar binnen, doordat twee muren bijna volledig van glas zijn. Binnen is een aantal mensen druk bezig – de menuborden voor het pand kondigen aan waarmee. De geur van sterk gekruid eten kringelt om je heen. Precies om twaalf uur gaat de deur open en komen de eerste gasten binnen. Ze nestelen zich in stoelen die verspreid staan over de kamer. In de verschillende hoeken staan lange tafels. Daarop wordt koffie en thee geserveerd. In de keuken leggen vrijwilligers de laatste hand aan de warme maaltijd – ook wel ‘Bosshardt-diner’ genoemd (naar majoor Alida Bosshardt, tientallen jaren hét gezicht van het Leger des Heils in Amsterdam). Vóór corona was het ‘gezellig druk’, vertelt deelnemer Mav (58). ‘Toen aten we hier met zo’n vijftig man.’ Nu mogen maaltijden alleen afgehaald worden. Koffiedrinken kan wel, want dan komen er minder mensen.

Chefkok Quincy

uien snijden
Vandaag is er gekookt door Quincy (37). Sinds enige tijd werkt hij bij het Leger des Heils. Een paar jaar geleden zei hij dat hij wel wilde koken. Dat bleek een succes en sindsdien krijgt hij de ruimte. Vrijwilliger Malik (70), die chefkok was bij een bekend Amsterdams hotel, coacht hem. Malik woont tegenover de huiskamer. Behalve als vrijwilliger komt hij er dagelijks als deelnemer: ‘Wat moet ik de hele dag thuis doen? Dit is eigenlijk mijn huiskamer. Met al die verschillende culturen voel ik me hier thuis.’ Een deelnemer roept naar hem: ‘Wat ga je dinsdag koken, meneer Malik? Wel iets lekkers, toch?’
Malik en Quincy zijn niet de enige deelnemers die ook vrijwilliger zijn. De huiskamer steunt op zo’n 25 medewerkers – grotendeels vrijwilligers. Eerder waren dat er meer, maar door corona blijven kwetsbare ouderen thuis. Er is een vaste groep die de huiskamer runt; anderen vervullen een kleinere rol. De één maakt het toilet schoon, een ander veegt de vloer en een derde helpt in de keuken. De vrijwilligers zijn niet altijd mensen die veel geld hebben’, vertelt Hille Simons (55), coördinator van de buurthuiskamer. ‘Ik kwam er eens achter dat de vrijwilliger die uien snijdt, diezelfde dag dakloos zou worden. Ik heb alles laten vallen en rondgebeld voor opvang. Uiteindelijk kon hij terecht bij een voorgangersechtpaar in Haarlem.’

Hille Simons schept de bruine bonen over de rijst

vaste gast
De vrijwilligers en medewerkers scheppen de bruine bonen over de rijst, in witte plastic bakjes. De één na de ander komt binnen om het eten op te halen. De kosten voor een diner zijn drie euro. Sommigen betalen dubbel: voor zichzelf en voor iemand die geen geld heeft. Af en toe draalt er iemand voor de deur. Simons gaat dan naar buiten en maakt een praatje: ‘Ik vraag of ze zin hebben om te eten. De reactie is meestal aarzelend: mensen willen wel, maar vertellen dat ze geen geld op zak hebben en daarom ‘‘even gaan pinnen’’. En dan zie je hen niet meer terug. Het is vaak een signaal dat er geldnood is.’ Daar doen de medewerkers niet moeilijk over: iedereen krijgt eten, geld of geen geld.
In de kamer zitten mensen met verschillende achtergronden – mannen, vrouwen, een jongere, een kind. Talen klinken door elkaar. Er zijn witte mensen, maar die zijn in de minderheid. Eén van hen is Mav. Rode trui, slobberbroek en hoog opgetrokken sokken in sportschoenen. Zijn haar zit warrig en één oog dwaalt. Een gebit heeft hij niet. Achter zijn oor steekt een sigaret. Voor hem staat een laptop. Hier is wifi, zo vertelt hij. De buurman ‘speelde loodgietertje’ en daardoor liep zijn appartement onder water. Nu werkt hij wat bij in het buurthuis. Uit de keuken wordt geroepen. Of hij eten mee wil hebben? ‘Nee’, zegt hij. ‘Geen geld voor, blut.’ Er volgt even kort overleg met een vrijwilliger. Mav kan eten meenemen.
Hij is vaste gast sinds 2011. Naar eigen zeggen bevond hij zich vroeger in hoogopgeleide kringen. Maar hij werd ziek en raakte aan lager wal. Hij kwam terecht in de buurthuiskamer doordat hij er een keer de weg vroeg. Het leek hem wel gezellig en hij is nooit meer weggegaan. Toch is Mav niet onverdeeld positief: ‘Weet je wat het probleem hier is? Mensen klagen en klagen maar. Ik vind dat je moet aanpakken om je leven te verbeteren, al is het maar een klein beetje.’

Stil in een hoekje zitten twee dammers. Eén van hen is naar Nederland gekomen om geld te verdienen voor zijn familie in Ghana. Ondanks zijn twee banen zijn de inkomsten nihil en dat roept veel verdriet op. In de wijk is dit een veel voorkomend probleem, zo vertelt coördinator Hille Simons. ‘Ken je Black Lives Matter? Jij bent wit, daarom kun je je niet indenken wat het is om gediscrimineerd te worden om je huidskleur. Veel mensen in de Bijlmer hebben een andere afkomst en zijn vaak afgewezen bij sollicitaties. Wij proberen ze te helpen om hun leven weer op de rails te krijgen. Er heerst veel wanhoop en daardoor komt zelfmoord regelmatig voor. Ik tref hier verschillende mensen die kinderen verloren hebben aan suïcide.’ Andere problemen in de buurt zijn prostitutie, mishandeling, werkloosheid en mensen die ‘illegaal’ heten. ‘Instanties werken vaak met een tienminutengesprek. Daardoor vallen mensen buiten de boot. Wij praten met ze, tasten af, nemen de tijd. Daardoor bouwen we vertrouwen op.’

strijd ervaren
Vanuit een hoek klinken flarden van een gesprek. Een vrouw van in de veertig met rossig haar spreekt een oudere man toe: ‘Ik heb te maken gehad met new age en hekserij, maar ik merkte dat er iets aan mijn geest kwam wat er niet hoorde. Toen ging ik bidden. De warmte kwam terug en mijn geest kwam tot leven. God heeft de kracht om je iets te laten doen. Als je erin gelooft, kun je het met Hem. Maar je zult wel strijd ervaren om ervan af te komen.

Een vrijwilliger maakt een rondje met een dienblad vol kroketten. Die zijn net gebracht door een Afrikaanse bakker in de buurt. Hij had ze over en wilde de kroketten niet weggooien. ‘Nederlandse bakkers zijn zakelijk’, vertelt Malik, zelf van Pakistaanse komaf. ‘Maar deze bakker is Afrikaans en wil niks weggooien. Daarom brengt hij het hier.’
Om half vijf sluit de huiskamer. De deelnemers trekken hun jas aan en nemen een bakje eten mee. Als de laatsten vertrekken, schuifelt er een oude dame met een wandelstok naar binnen. Ze heeft net allemaal mensen met een wit bakje eten zien lopen. Geld heeft ze niet, maar mag ze ook een beetje rijst?

Waardeer dit artikel!

Totaal: € -

Een week vol activiteiten

De gedachte achter de huiskamer is ‘dienen’, niet ‘alleen op zondag aanwezig zijn’. Aan de muur hangt het motto van majoor Bosshardt: ‘Mensen dienen is God dienen’. Dat is ook de motivatie waarmee Hille Simons zich geroepen voelde tot coördinator werd van de huiskamer. Eerder studeerde zij theologie. De week is gevuld met activiteiten. Op zondag is er een kerkdienst, waar Hille Simons vaak preekt, afgewisseld door andere voorgangers uit verschillende kerken. Afgelopen zondag behandelde ze Openbaring 19. Het werd een laagdrempelige preek over de bruiloftsmaaltijd van het Lam. Het grootste deel van de aanwezigen zijn doordeweekse gasten, een deel komt van elders. Daarna praten deelnemers in een kring na, over het leven en over zingeving. Ook kunnen ze met elkaar bidden; op dit moment wordt er veel gebeden voor een einde aan de coronacrisis. Ten slotte is er een gratis lunch. Het geld voor de buurthuiskamer komt van de gemeente Amsterdam voor wat betreft de maatschappelijke opvang. Het geloof- en zinsgevingsgedeelte betaalt het Leger des Heils zelf.
Doordeweeks is de huiskamer elke middag geopend van twaalf uur tot half vijf voor koffie of thee. Maandag en dinsdag kan er voor twee euro geluncht worden, donderdag en vrijdag is er een diner voor drie euro. Daarnaast vinden er allerlei activiteiten plaats, zoals een Alpha-cursus, samen zingen en een tweedehands kledingwinkel.

Geef een reactie