Jan-Willem (34) verloor zijn vrouw aan de dood. Nu brengt hij rouw in het theater.
Dit artikel stond ook op CVandaag

Hij dacht het leven wel aardig te begrijpen. Toen verloor hij zijn vrouw aan suïcide. ‘Na haar dood kwam ik erachter dat het leven veel ongrijpbaarder is dan ik ooit had gedacht.’ Samen met anderen maakt Jan-Willem Plutschouw (34) nu een theatervoorstelling over verlies, rouw en geloof.
Het leven lachte hem toe. In 2016 trouwt Jan-Willem met Femke, waarna ze in 2018 een mooie hoekwoning in Leeuwarden betrekken. ‘We waren gelukkig samen, hadden een kinderwens. Ik had de toekomst voor me ingekleurd.’ Die toekomst wordt in één klap uitgeveegd als Femke zichzelf om het leven brengt. ‘Femke had wel mindere periodes, maar daar kon ze goed mee omgaan. Maar deze stap was totaal onverwachts. Ik heb alles bij elkaar geschreeuwd.’ Vooraf benadrukt Jan-Willem dat hij het verhaal van zijn vrouw nooit volledig kan vertellen. ‘Wat er in haar hoofd is omgegaan, weet ik tot op de dag vandaag niet. Maar wat ik wel kan delen, is hoe ik verder ben gegaan met het leven nadat zij uit het mijne stapte.’
Kun je iets vertellen over je geloofsleven tot op dat moment?
Ik groeide op in een gereformeerd gezin. Later ging ik met leeftijdsgenoten naar Opwekking en bezocht ik af en toe de Vrije Baptistengemeente van Orlando Bottenbley. Ik ontdekte een andere vorm van kerk-zijn die ik als een verrijking ervaarde. Samen met Femke gaven we ons geloofsleven verder vorm. We werden lid van de City Life Church in Leeuwarden, een moderne evangelische gemeente. We gingen ook op kring, we voelden ons er thuis.
Wat deed deze gebeurtenis met jou en je geloofsleven?
Al mijn plannen en dromen gingen verloren. Het voelde alsof het blad papier – de toekomst – wat we samen inkleurden leeg werd geveegd. Ik voelde me een leeg vel waarbij ik zelf weer heel voorzichtig lijnen uit moest gaan zetten, terwijl ik niet wist waar te beginnen.
Alles was anders. Een deuk in m’n auto? O, geen probleem. Alles werd relatief. Soms denk ik weleens: word ik nog wel geraakt? Maar toen ik onlangs met iets verdrietigs in aanraking kwam, kon ik toch huilen. Dan denk ik: o, gelukkig. Het gevoel is er nog.
Het verdriet voelt als een zwart gat. Daarin probeer ik me te bewegen om er comfortabel mee te worden. Ik sta niet meer op twee benen, ik wankel. Tegelijk zit daar ook een bepaalde speelsheid in. Zo probeer ik zo goed mogelijk te wankelen en denk soms: hé, hinkelen is eigenlijk best leuk. Ik hóef ook niet meer op twee benen te staan, want het leven ís ook instabiel.
Bijbelkring en kerkdiensten leerden mij om God te begrijpen. Daarvoor sloot dat goed aan: ik wílde God ook beter leren kennen. Anders gezegd: ik wilde Hem in een doosje, in een kader stoppen. Maar nadat het leven met Femke tot stilstand kwam, kreeg ik daar moeite mee. Het raakte mijn hart niet meer. Ik wilde God ook niet langer begrijpen, want dat kón ik niet. God is niet te vatten, Hij is veel groter dan ons begrip. Liever wilde ik Hem voelen in plaats van kennen.
Ik begon te zien dat ik moest stoppen met het proberen te begrijpen van God. Ik probeer me nu comfortabel te voelen in het ‘God-niet-begrijpen’. Het voelt als stoeien met het geloof. Stoeien, niet worstelen. Omdat er ook iets lichts, iets speels in zit. Soms ga ik onderuit, maar ik wil altijd een keer meer opstaan dan dat ik val. Paradoxaal genoeg wordt God daardoor groter en voel ik mezelf ongeloviger. Ongemakkelijk, soms. Tegelijk ook bevrijdend.
Vanuit de kerk kwam er veel betrokkenheid. Zo heb ik drie maanden niet hoeven koken. Kwam ik thuis, hing er een bakje eten aan de deur. Toch lukt het me nog niet goed om weer elke zondag naar de kerk te gaan. De prikkels, het geloven vanuit het hoofd, het sprak me minder aan. Soms word ik zondagsmorgens wakker en denk ik: ja, nu voelt het goed. En dan ga ik weer.
Hoewel ik veel steun heb ervaren, waren er toen ook vervelende momenten. Je bent kort na zo’n verlies emotioneel fragiel, dus valt iets al snel verkeerd. Terwijl het goed bedoeld is. Meestal liet ik het dan gaan. Als mensen hun verhaal met mij deelden, bijvoorbeeld. ‘Het is lang niet zo erg als bij jou, hoor’. En dan kwamen ze met hun eigen verhaal. Ik vond dat moeilijk. Omdat ik ook mijn handen vol had aan mijn verdriet en niet het hunne erbij kon dragen.
Samen met Nico Nishantha Zwart ga je binnenkort het theater in met een voorstelling over verlies, rouw en geloof. Hoe kwam je daar zo bij?
De ervaringen in de kerk en de wereld om mij heen bleven bij me hangen. Hoe mooi is het als je als ervaringsdeskundige mensen kunt laten zien hoe het is om te rouwen en wat je daarin tegenkomt. Door mijn werk waarin ik theatervoorstellingen in kerken verzorgde en mijn studie Docent Theater was ik al bekend in dit werkveld.
Nico Nishantha Zwart kende ik al uit mijn middelbareschooltijd. Ook hij had – via zijn vrouw – te maken met rouw en was bekend met theater. Sprekenderwijs is deze voorstelling er eigenlijk van gekomen. We interviewden verschillende mensen over rouw, geloof en verlies. De voorstelling is dus niet het verhaal van Femke en mij, maar breder. Zo maakte ik bijvoorbeeld niet mee dat mensen mij ontweken, maar andere rouwenden wel. Het mooie is dat je via theater beter gevoelens over kunt brengen. Rouw raakt niet alleen je hoofd, maar ook je hart. Theater laat je voelen, in plaats van alleen maar denken. Het is een ruimte waar je het ongemak en het verdriet even kunt laten zijn, zonder het te willen oplossen. Na de voorstelling nodigen we mensen vrijblijvend uit om hun verdriet en rouw met elkaar onder een kop koffie en cake te delen. Zo proberen we via speelsheid, kwetsbaarheid en diepgang dichterbij te komen en mensen echt iets mee te geven.
Denk jij aan zelfdoding? Neem 24/7 gratis en anoniem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of chat op 113.nl.
Waardeer dit artikel!
Alsjeblieft! Dit artikel las je gratis. Het schrijven van dit artikel kostte echter onderzoek en tijd. Voor voldoende financiering ben ik afhankelijk van sponsors. Vond je het artikel de moeite waard? Toon je waardering met een kleine bijdrage. Zo kan ik kwalitatieve journalistiek blijven bieden. Dank je wel!