Goed geldbeheer: toeval of talent?
Dit essay stond eerder in het Nederlands Dagblad
Hoe geven mensen hun financiën vorm? In de afgelopen anderhalf jaar sprak ik veel mensen over dit onderwerp. Bij mij bracht dit een heel denkproces rondom overheidssteun op gang. Kijk en denk je mee?
Wat moet een regering doen als – een deel van – de bevolking niet langer rond kan komen? Het antwoord daarop is eenvoudig, dacht ik altijd. De overheid moet hen stimuleren of onder druk zetten om uitgaven te verminderen of inkomen te vergroten. Mensen – zonder voorbehoud – financieel ondersteunen, leek me een slecht plan. Het maakt mensen passief en het kost de samenleving geld.
Toen vorig jaar mijn energierekening steeg van 100 naar 314 euro per maand, probeerde ik deze overweging in praktijk te brengen. Ik hield mijn hand op de knip en werkte – naast mijn studie – meer. Een paar maanden later was niet alleen mijn portemonnee leeg, maar ook mijn eigen energievoorraad. De stress, de financiële beperkingen en de hogere werkdruk eisten hun tol. Het was niet langer leven, maar overleven.
Na wat denkwerk legde ik mijn studie voor een jaar stil, isoleerde mijn woning en verhuurde één extra slaapkamer in mijn huis. Daarnaast merkte ik dat het met zeventien graden – in plaats van negentien – in de woonkamer ook goed toeven is. Mijn energierekening daalde vervolgens naar 113 euro en mijn inkomen steeg met zo’n 500 euro per maand.
Zie je wel, zo dacht ik, je moet je uitgaven verminderen of je inkomen vergroten. De overheid zou mensen met geldproblemen moeten stimuleren om op dezelfde manier te redeneren. Een beetje druk is soms nodig om het leven om te gooien. Geld geven werkt niet, zag ik om me heen. Wanneer mensen meer geld hebben, geven ze het ook makkelijker uit.
Twijfel
Toch laaide af en toe de twijfel op. Als student op de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) zag ik iets wat mijn redenering onderuit haalde. Ondanks het geklaag van medestudenten over de hoogte van hun studieschuld, maken ze ‘s morgens regelmatig gebruik van een ov-fiets vanaf het station (per dag kost dat € 4,45). Of ze trakteerden zichzelf op iets lekkers uit het restaurant of de koffiecorner. De druk is er wel degelijk (oplopende studieschuld, dreigende rente, moeite met aankoop van een huis), maar toch leidt dit niet bij iedereen tot het gewenste resultaat.
In die periode begon ik met het schrijven voor de zaterdagse serie ‘Het huishoudboekje van’ in het Nederlands Dagblad. Hierin deelden geïnterviewden hun financiële situatie en de bijbehorende afwegingen met mij. De twijfel over mijn filosofie nam verder toe. Zo kwam ik in gesprek met de gehandicapte Nicole Tromp. Om haar uitgaven te kunnen beheersen, zou haar energierekening niet langer mogen stijgen. Het leek echter onmogelijk die te beteugelen. De verwarming een graadje lager zetten? Dan verkrampten haar spieren. Het huis isoleren? Ze zat in een sociale huurwoning. Zelf isoleren? Ze is gebonden aan een rolstoel. Dan de rekening maar betalen? Geen ruimte door de lage arbeidsongeschiktheidsuitkering. Aan haar inzet ontbrak het niet, ze zette zich als vrijwilliger in voor verschillende doelen.
Niet lang daarna ontmoette ik de 54-jarige Nicole Noordman. Ondanks depressies en psychoses als gevolg van een traumatische jeugd, bleek ze tot veel in staat. Ze liet de buren haar appartement deels verwarmen en vulde dat aan met een elektrische warmtedeken (lokaal verwarmen). De verzorging van haar kat, die ze overnam van een eigenaar die er afstand van moest doen, werd door hem volledig betaald. Ze betaalde dus niets voor de dierenarts.
Ook bespaarde ze op kapperskosten door model te staan voor kappersleerlingen. Haar maaltijden haalde ze regelmatig via de lokale Facebookgroep ‘Prakkie over’. Het geld dat ze daarmee bespaarde, vulde ze aan met 800 euro energietoeslag. Met dit spaargeld schreef ze zich in voor een cursus waarvoor ze nog wat korting bedong. In stilte bewonderde ik haar talent, terwijl ze voor de maatschappij ‘afgekeurd’ was.
Andere visie
Niet lang daarna benaderde ik iemand die op sociale media de hashtag #ikredhetnietmeer gebruikte. Ik vroeg haar of ik haar mocht interviewen voor de serie ‘het huishoudboekje’, maar ze wees mijn verzoek af. Desondanks deelde ze wel waarom ze de ‘hulp-hashtag’ gebruikte. ‘Onze energierekening stijgt binnenkort naar 730 euro per maand. Hoewel we het met twee zeer goede inkomens kunnen betalen, gaat het nu echt impact op ons budget hebben. En als wij het al voelen, hoe moet het dan zijn voor andere mensen die het niet meer kunnen betalen?’
Die laatste zin bleef hangen. Ja, hoe deden mensen met een kleiner budget het? Degenen die ik tot dan toe sprak, gingen slim en efficiënt met hun budget om, uitzonderingen daargelaten. Ze raakten ook niet in paniek, maar bewogen soepel mee op de golven van voor- en tegenslag. Langzaam ontwikkelde ik een andere visie. Moesten mensen die geld te kort kwamen echt onder druk gezet worden zodat ze daardoor hun financiën anders gaan beheren? Ging het niet veel meer om talent en aangeleerd gedrag?
Ondanks dat ik zelf ook handig ben met geld, deed ik tijdens de interviews veel nieuwe kennis en vaardigheden op. Ik denk bijvoorbeeld aan Anil Bicer. Als twintiger zorgde hij ervoor dat zijn ouders – eigenaars van een kleine Turkse buurtsupermarkt – met pensioen konden. Terwijl hij bij de Aldi fulltime vakken vulde, kocht hij woningen voor hen om te verhuren. Zijn ouders hebben nu een oudedagvoorziening, zonder zich op hun gevorderde leeftijd nog af te hoeven beulen, dankzij de huurinkomsten.
Toelagen of talent
Ondertussen druppelen bij mij brieven van de gemeente binnen: een toelage voor de energierekening, een tegemoetkoming in de zorgkosten. Allemaal gratis. Zonder enig zicht op hoe ík met geld omga. Waarom delen we eigenlijk wel kapitaal, maar niet talent en kennis met elkaar, zo vroeg ik me vervolgens af. Als Anil Bicer of de afgekeurde, getraumatiseerde Nicole Noordman mij zouden adviseren, zou ik minder of zelfs geen financiële toelagen meer nodig hebben. En waarom pakken we dit niet breder in de maatschappij aan?
Waarom ontbreekt er op hogere scholen bij elke opleiding of studie eigenlijk een standaard vak waar jongvolwassenen – al dan niet door financieel experts – leren over belasting, beleggen, overwaarde, regelingen, kasboekjes, wel of geen studielening en zelfbeheersing? Natuurlijk kost dat geld. Maar is dat meer dan bijvoorbeeld het redden van mensen in een schuldencrisis? Dat er behoefte aan is, is duidelijk, gezien de hoeveelheid Instagram-accounts die financiële voorlichting geven. Het is tijd om met een andere blik te kijken naar uitdagingen rondom geldbeheer. Want de sleutel ligt niet alleen in financiële ondersteuning, of het verminderen van uitgaven of vergroten van inkomsten, maar ook in het delen van talent, kennis en vaardigheden. De overheid zou mensen niet alleen financieel moeten ondersteunen, maar ook moeten investeren in onderwijs rondom geldbeheer. Daarmee is de hele maatschappij gediend.
Waardeer dit artikel!
Alsjeblieft! Dit artikel las je gratis. Het schrijven van dit artikel kostte echter onderzoek en tijd. Voor voldoende financiering ben ik afhankelijk van sponsors. Vond je het artikel de moeite waard? Toon je waardering met een kleine bijdrage. Zo kan ik kwalitatieve journalistiek blijven bieden. Dank je wel!