Mathijs vergokte 600.000 euro. ‘Ik noemde het geen verslaving, maar een dure hobby’
Dit artikel stond eerder in het ND

Bij zijn allereerste gokspel won Mathijs Ummels (46) uit Berg en Terblijt meteen een fors bedrag. Hij dacht de sleutel tot snel geld gevonden te hebben — maar trapte ongemerkt in een val die hem nog jarenlang zou achtervolgen.
‘Ik dacht dat het een jukebox was. Zo’n gezellig muziekding in een cafetaria, waar je een rijksdaalder in gooit voor een plaatje tijdens je kroket. Maar toen ik het muntstuk liet vallen, begon het apparaat plots te knipperen. Toen bleek dat ik moest spelen. Iedereen bemoeide zich ermee. Omstanders moedigden me aan. ‘Zo moet je spelen!’, zei de een. ‘Nee, zo!’, zei een ander. En ineens gebeurde het: kletterend kwamen er honderd glimmende rijksdaalders uit.
Tweehonderdvijftig gulden, verdiend in een paar minuten. Thuis liet ik het trots aan mijn zus zien. Haar reactie was direct: ‘Waar heb je dat vandaan?’ ‘Gewonnen’, zei ik, nog euforisch. ‘Met gokken.’ Haar ogen schoten vuur. ‘Dat ga ik aan papa en mama vertellen.’ Mijn eerste les had ik direct geleerd: voortaan hield ik mijn mond.
Gokken werd mijn geheime manier om snel aan geld te komen. Geen klusjes meer, geen zakgeld, gewoon een muntje erin, en misschien kwam er wel een berg uit. De dagen erna kocht ik vaker een kroketje. Niet om de trek, maar om de automaat. Ik won weer. Maar het echte prijsje zat niet in het geld – het zat in wat het deed met mijn hoofd. Als jongen had ik dingen meegemaakt waar ik liever niet aan terugdacht. En deze nieuwe hobby zorgde voor een dekentje waardoor alle pijnlijke herinneringen gedempt werden. Toen ontdekte ik, pal aan de overkant van het café, een pand vol fruitautomaten: een gokhal. Daar verloor ik voor het eerst. Een tientje, foetsie.’
Toveren
‘Het ging sneller dan ik dacht. Opeens was er meer geld weg dan ik ooit had verdiend. Op een dag liet ik mijn bankboekje achteloos op de vleugel liggen en vertrok naar een vriend. Mijn ouders belden me op: wat was dit? Niet lang daarna zat ik tegenover iemand van het consultatiebureau Alcohol en Drugs. In de wachtruimte lag iemand onder een stoel in foetushouding. Ik keek ernaar en dacht: dit is niks voor mij. De verwijdering tussen mijn moeder en mij groeide. Ik hield haar op afstand, deed alsof het meeviel.
Toen ik op kamers ging om te studeren, voelde dat als een frisse start. Ik werkte erbij, kreeg studiefinanciering, en het geld bleef stromen. Cijfers lagen me niet, maar ik kon er wel mee toveren. Ik rekte, schoof, combineerde. Tot ik werd uitgenodigd voor een gesprek bij ABN AMRO. Drie creditcards, allemaal rood. De huur van mijn kamer betaalde ik trouw. Dat was mijn vrijbrief. Zolang ik mijn dak boven het hoofd had, kon ik blijven spelen. Toch wilde een deel van mij ook stoppen. Ik verhuisde geregeld, telkens weg van de gokhallen. Maar meestal hield ik het niet langer dan twee dagen vol.
Ik noemde het geen verslaving, maar een dure hobby. De wetenschap dat mijn ouders ervan wisten, gebruikte ik als vluchtroute. Als de schulden weer opliepen of ik mijn hand overspeelde, klopte ik bij hen aan. Mijn vader, die het goed had, redde me keer op keer. Mijn zus niet. ‘Lieve broer’, zei ze, ‘als je ooit op straat staat zonder eten, dan is hier altijd een maaltijd en een bed. Maar geld krijg je niet.’’
Manipuleren
‘Met een goedbetaalde baan leek alles op orde. Maar ongemerkt verdween steeds meer geld in het gokken. Ik sportte gratis buiten, sloeg vakanties over of koos voor de goedkoopste camping. Zolang ik mijn huur en rekeningen betaalde, viel het niemand op. Tot ik een relatie kreeg. Mijn vriendin snapte niet waarom ik nooit geld overhield met zo’n salaris. Toen mijn vader op sterven lag, biechtte ik mijn gokprobleem aan haar op. Niet lang daarna won ik 17.000 euro. Normaal speelde ik door tot nul, maar dit keer was ik moe en liet ik het uitbetalen. Ik nam de dag erna vrij, keek naar motoren en Apple-producten, maar kocht niets. Diezelfde avond vergokte ik 20.000 euro.
Mijn relatie wankelde. Ik loog, manipuleerde en maakte ruzie. Tot ze zei: ‘Als je je grote ego loslaat, hulp vraagt en aanneemt, blijf ik.’ Ik brak. Negen weken lang kickte ik af in Zuid-Afrika, vergoed via de zorg. Wel betaalde ik zelf het ticket. In Zuid-Afrika berekende ik de schade: 600.000 euro. Ik leerde dat honger, vermoeidheid, eenzaamheid of boosheid triggers zijn. Wereldwijd zijn er groepen waar ik terechtkan. Toch viel ik nog één keer terug: honderd euro speelgeld werd twintigduizend euro verlies.
Inmiddels heb ik twee goedlopende bedrijven, waarvan één casino’s helpt om hun zorgplicht serieus te nemen. Mijn vriendin werd mijn vrouw. Zij beheert ons geld. Ik heb toegang tot de rekening, maar van elke uitgave boven een tientje krijgt ze een melding. De cijfers op de rekening kloppen, maar vanbinnen blijft het rekenen doorgaan. Alsof elk tientje het laatste zou kunnen zijn.’
Waardeer dit artikel!
Jouw steun maakt onafhankelijke journalistiek mogelijk! Dit artikel las je gratis, maar het schrijven kostte tijd en onderzoek. Wil je bijdragen aan deze journalistiek? Met een kleine donatie – bijvoorbeeld €2,50 – help je mij om dit werk voort te zetten.
Elke bijdrage, groot of klein, maakt een verschil. Dank je wel!
