Achtergrondverhaal

75 jaar Organistenvereniging GerGem: ‘Dat nieuwe orgel lijkt wel een ijscokar’

Dit artikel stond eerder in het ND

Beeld: Carel Schutte

Van goedkope orgels en ijzige klanken tot de vraag: speel je Bach of Asma? In 75 jaar tijd groeide de Vereniging Organisten Gereformeerde Gemeenten (VOGG) uit van een groep idealisten tot muzikale autoriteit binnen de Gereformeerde Gemeenten. ‘Gewaagd dat u een stuk van Sela speelde.’ 

Het zijn de jaren na de oorlog: het kerkelijk leven in de Gereformeerde Gemeenten komt langzaam weer op gang. Van een orgelcultuur is dan nog nauwelijks sprake. Veel gemeenten beschikken rond 1930 nog niet over een orgel; ze doen het met een voorzanger, die slechts een beperkt repertoire had. In de jaren daarna zijn er veel goedkope orgels gebouwd, vertelt Aad de Ligt, bestuurder bij de VOGG. ‘Die pijporgels hadden een zangerige, weke toon. De speeltafel stond soms elders in de kerk. Drukte je op een toets, dan klonk de klank bijna een seconde later.’ 

Favoriet bij veel organisten is de stijl van Feike Asma: romantisch, meer gericht op expressie en sfeer dan technisch verzorgd – bedoeld om het hart van de luisteraar te raken.

Een Koppejan-orgel

Het moet anders

Een groep organisten vindt dat het anders moet. In de jaren 1949-50 wordt daarom de VOGG opgericht, met een drieledige doelstelling: bevorderen van het kerkelijk orgelspel, toetsen van de geschiktheid van organisten en adviseren bij orgelbouw. 

In december 1950 verschijnt het eerste nummer van een eigen mededelingenblad. Een muziekbibliotheek wordt opgestart en al snel komt er een examencommissie, die kerkenraden moet helpen bij het benoemen van capabele organisten.

Die idealen hadden in het begin iets fanatieks, vertelt Aad de Ligt. ‘Er zat een enorme overtuiging achter. De VOGG wilde achter de romantiek terug naar de barokmuziek uit de tijd van Bach: weg met het sentimentele, weke orgelgedoe. De gemeente moest opgevoed worden; net als het evangelie was ook het orgelspel niet bedoeld om te behagen, maar om te confronteren.’ 

Dat leidde soms tot spanningen. In een nieuwe kerk in Middelharnis – type ‘gymzaal’, met weinig akoestiek – werd een neobarok orgel geplaatst, enthousiast aangeprezen door kenners. De Ligt: ‘De toon van deze orgels was scherper.’ Een gemeentelid uitte zich na de eerste dienst in Flakkees dialect: ‘’t Liekt wel un ijskarre, zo ièzig as ’t klinkt.’

Een neobarok orgel

Ook in de lezersrubriek van het VOGG-blad Kerk & Muziek vliegen kerkleden elkaar in de haren. Moderne orgelbouwers maken instrumenten met een geluid dat ‘zo schril en mager is, dat je ervan bevriest’, klaagde een lezer in 1960. Anderen richtten hun pijlen juist op de vroegere orgels: ‘Dit soort instrumenten voldoet alleen aan de domme eis: goedkoop, goedkoop en nog eens goedkoop.’

Toch slaat de missie van de vereniging aan. In de jaren zestig en zeventig worden tientallen nieuwe orgels gebouwd volgens de VOGG-visie. De klank wordt helderder, de begeleiding strakker, het niveau van de organisten gaat omhoog.  

Tegelijk wordt ook de toon milder. Dat kwam onder meer doordat men luisterde naar Klaas Bolt, de organist van de Haarlemse Bavo. De Ligt: ‘Die merkte op dat de barokorgels zoals die in zijn eigen Bavo en de Der Aa-kerk in Groningen staan, veel zangeriger klinken dan de neobarokorgels die de VOGG eerder aanprees. In de tijd van Bach hadden ze dus niet van die schelle instrumenten.’ 

Barokorgel

Ook verandert de filosofie van de vereniging. ‘Het pure idealisme lieten we los. In plaats daarvan proberen we nu aan te sluiten bij de praktijk en die te verbeteren.’

Terwijl de eerste muziekbundels nog veel neobarokzettingen bevatten die slechts door een handvol organisten gespeeld konden worden, kiest de VOGG nu voor eenvoudiger bewerkingen – zowel ritmisch als niet-ritmisch. 

Zelf ondervond De Ligt ooit hoe ver ideaal en praktijk uiteen kunnen liggen. Voor een kerkdienst speelde hij variaties op ‘Nun komm der Heiden Heiland’, een stuk van Bach gebaseerd op een gregoriaanse melodie. ‘Een dag later kwam er een meisje naar me toe. Ze zei: ‘Mijn moeder vond dat u mooi gespeeld had, maar wel wat gewaagd.’ Ik vroeg: ‘Hoezo dat?’. ‘Nou’, zei ze, ‘een lied van Sela!’ Na wat speurwerk bleek dat de bekende band inderdaad een bewerking had gemaakt op die melodie.’ 

Argwaan 

Waar de vereniging aanvankelijk met de nodige argwaan werd bekeken – vooral door predikanten en romantisch ingestelde organisten – groeide het vertrouwen gestaag. Inmiddels is de VOGG bij 75 procent van de gemeenten betrokken, zegt De Ligt. 

In een kleiner deel beoordeelt de vereniging de aanstormende organisten. ‘Doorgaans doen we dat met twee of drie mensen’, zegt Jaap-Jan de Rooij, die de examencommissie coördineert. ‘We letten vooral op de koraalzettingen: begeleidt de organist duidelijk en in een stabiel tempo? Ook beoordelen we of de organist het orgel technisch beheerst, hoe hij de registers gebruikt en of hij liturgisch besef heeft. Een ellenlang voorspel bij de laatste psalm past bijvoorbeeld niet.’  

Dat beoordelen levert soms humoristische situaties op, zegt De Rooij. ‘Een ouderling kwam vlak voor het examen verschrikt naar ons toe: ‘‘De kandidaat zegt dat de cornet het in de linkerhelft van het klavier niet doet!’’ Maar sommige registers doen het alleen in de rechterhelft van het klavier.’ 

Vandaag de dag telt de VOGG 700 leden, plus 150 tijdschriftlezers die geen lid zijn; Kerk & Muziek ligt elk kwartaal bij hen op de mat. De vereniging werkt samen met gemeenten uit de Hersteld Hervormde Kerk en de Christelijke Gereformeerde Kerken. Jaarlijks verschijnt een muziekbundel. De VOGG denkt ook mee over de aanschaf van kerkorgels.

Dat gaat minder strak dan vroeger. ‘We adviseren geen specifieke orgeltypes meer’, zegt De Ligt, ‘Het moet aansluiten bij de gemeente. We beoordelen kwaliteit, maar spreken ons niet meer uit over de stijl.’

Jouw steun maakt onafhankelijke journalistiek mogelijk! Dit artikel las je gratis, maar het schrijven kostte tijd en onderzoek. Wil je bijdragen aan deze journalistiek? Met een kleine donatie – bijvoorbeeld €2,50 – help je mij om dit werk voort te zetten.

Elke bijdrage, groot of klein, maakt een verschil. Dank je wel!

Totaal € -

Lees ook: Organist of predikant: wie speelt in de kerk de eerste viool?